Popayán is een fantastische stad waar je makkelijk een paar dagen zoet bent. Echter, als je de tijd hebt, is het meer dan de moeite waard om het departement Cauca te gaan ontdekken. Denk aan een bezoek aan indianendorp Silvia, het Nationaal Park Puracé of archeologisch wonder Tierradentro. De laatste twee hebben wij door tijdgebrek helaas moeten overslaan, maar we hebben wel een andere bijzondere plek bezocht. Het bleek namelijk dat de eigenaar van ons eco-hotel samen met een groep natuurliefhebbers scholing geeft aan kinderen in dorpjes in Cauca over de dieren die er leven en (zorg voor) de natuur. Wij mogen mee op één van deze tripjes naar een klein dorpje, waar we worden afgezet in een natuurgebied. Terwijl het team de kinderen les geeft, begeven wij ons in een wereld van frailejones en hiken we door een uniek natuurgebied. Geniet van een bijzondere wandeling door páramo met spectaculaire uitzichten!
Ergens tussen Popayán naar Tierradentro
De eigenaar van ons eco-hotel stelt voor dat we met hem en zijn collega’s in de auto stappen, op weg naar een dorpje genaamd Gabriel Lopez, voorbij Totoró in Cauca. We hebben geen idee waar we terecht gaan komen en wat we eigenlijk precies gaan doen. Op naar het avontuur dus. De weg waarover we rijden leidt naar Tierradentro, na San Agustín de tweede meest belangrijke archeologische bestemming van Colombia. Over deze mooie route rijdt bijna niemand, en terwijl we de bewoonde wereld achter ons laten lijkt de natuur alleen maar mooier te worden. De gebieden die we inrijden zijn uitlopers van het Nationaal Park Puracé, dé plek om de nationale vogel van Colombia te spotten: de Condor.
Ergens onderweg staat een roze huisje waar we stoppen. De bedoeling is dat er een gids met ons meegaat, maar á la Colombiaans is er geen gids te bekennen. Er zelf op uittrekken wordt niet aangeraden, maar met goede instructies en een tijd waarop de eigenaar ons weer komt ophalen gaan we toch de uitdaging aan.
De Vallei van de Frailejones
We zijn ergens tussen Popayán en Tierradentro, langs een weg waar niemand rijdt. Er zijn diverse wandelingen te maken en er wordt veel onderzoek gedaan naar de dieren die hier wonen. Zwarte beren bijvoorbeeld. Er is geen uitgezette route, geen mooi pad en geen bewegwijzering. De wandeling begint behoorlijk pittig met een klim over grote rotsen. We zijn op 3.343 meter hoogte en staan midden in één van de meest unieke ecosystemen ter wereld: páramo.
Aan de overkant van de weg is de Vallei van de Frailejones, of in het Nederlands: Espeletia. Van de espeletia bestaan meer dan 100 soorten en de plant komt uitsluitend voor in de hogere delen van de Noordelijke Andes. Ecuador, Colombia en Venezuela dus. Je herkent de frailejon direct: een hoge plant met een bruine stam en groene of bruine bladeren. De plant kan wel tot 15 meter hoog worden. Deze zien we niet, maar een espeletia van ongeveer 3 meter hoog komen we wel tegen. De plant kan ruim 100 jaar oud worden en ze groeien op een hoogte tussen 2.800 en 4.600 meter.
Nog nooit heb ik zoveel frailejones bij elkaar gezien, het zijn er duizenden. Het uitzicht op de vallei is onwerkelijk en een fantastisch gezicht. We klimmen naar 3.500 meter hoogte en genieten enorm van dit prachtige natuurgebied.
Door de modder naar 7 meertjes
De wandeling leidt naar de top van de berg, waar je een waanzinnig uitzicht op de 7 meertjes die daarachter liggen zou hebben. Maar omdat de route best moeilijk te bewandelen is, we de weg niet weten en we op een bepaalde tijd weer beneden moeten staan, redden we de 7 meertjes niet. Jammer, maar deze wandeling was zo tof dat het niet heel veel uitmaakt.
Met moeite worstelen we ons door de modder, met grote stappen proberen we droog te blijven en de diepere plassen water te ontwijken. Het lijkt alsof we bijna bij de top zijn, maar schijn bedriegt. Honderd meter is best ver als je dat moet klimmen door de modder. Maar 7 meertjes of niet: wandelen tussen zulk mooi páramo met waanzinnige uitzichten maakt alles goed.
Praktisch
Hoe kom je bij de wandeling naar de 7 meertjes?
Wij reden mee met de eigenaar van ons hotel: Los Guaduales Ecoparque. De eigenaar is actief in diverse groepen voor behoud van de natuur en kent veel mensen die de wandeling regelmatig maken. Hij kan vooraf een gids regelen.
Buiten de gebaande paden: adviezen
Dit natuurgebied is ver buiten de gebaande paden: er zijn geen toeristen en ook geen voorzieningen. Vraag altijd advies aan een local voordat je besluit hier naartoe te gaan (in verband met weersomstandigheden bijvoorbeeld). Het gebied is tegenwoordig veilig en guerrilla’s zouden helemaal weg zijn. De informatie die ons werd gegeven over dat dit áltijd zo is vond ik echter niet helemaal overtuigend, ook daar er ook de laatste jaren nog weleens guerrilla-activiteiten zijn gezien in deze regio in Cauca. Waarschijnlijk is dit gebied veilig, maar om zeker te zijn van de situatie op het moment dat jij er bent is het beter even te vragen naar de huidige ontwikkelingen.
Waar start de wandeling?
De wandeling heeft niet een duidelijk begin en zonder gids is de plek waar je omhoog kunt klimmen de bergen in moeilijk te vinden. Mocht je het toch willen proberen zonder gids, zoek dan op Google Maps naar coördinaten 2°29’46.7″N 76°14’10.1″W.
Adviezen voor tijdens de wandeling
Het beste is om de route te wandelen met een gids. Iemand die het gebied goed kent en je zo naar de top leidt. Vraag een gids in het eco-hotel of zoek informatie in Popayán. Er is risico op verdwalen, dus ga niet zo maar onderweg. Neem de volgende spullen mee:
- Een regenjas en goede, stevige en hoge wandelschoenen (op sommige plekken kom je aardig diep in de modder);
- Je bent op bijna 3.500 meter hoogte en dus is het er behoorlijk fris: neem een trui mee;
- Een telefoon met daarop Google Maps en een app om je route vast te leggen (zoals WikiLoc), zodat je dezelfde weg terug kunt lopen;
- Een kompas (deze hadden wij op de telefoon);
- Zonnebrandcrème.
Moeilijkheidsgraad
Deze route is moeilijk te lopen. Ten eerste door de enorme hoogte waarop je je bevindt, maar vooral doordat er niet een duidelijk pad is, je je door modder moet worstelen, over takken en rotsen moet stappen en het eerste deel is steil en lastig te beklimmen. Alleen voor mensen met een redelijke conditie, goed schoeisel en die goed ter been zijn.
Hoe lang duurt de wandeling en wat is er nog meer te zien?
Volgens de eigenaar van ons hotel zouden de 7 meertjes in 45 minuten te bereiken moeten zijn. Wij deden in totaal bijna 2 uur over de wandeling heen en terug, en we hebben de meertjes niet bereikt. Echter, als je met een gids gaat loop je veel sneller, omdat de gids weet hoe te lopen.
In de Vallei van de Frailejones kun je ook wandelen. Daar is een groot meer dat je kunt bezoeken. Ook hier is risico op verdwalen en dus ook dit gedeelte is beter met een gids te doen.
Ben je in Popayán? Ontdek dan niet alleen de mooie witte stad, maar juist ook de prachtige omgeving. Het departement Cauca heeft veel te bieden en de inwoners zijn enorm trots op hun stukje Colombia. Mis dit niet!
6 reacties
Wauw, een uitzichten! En alles is zo mooi groen. Lijkt me heel tof om eens te bezoeken 🙂
Ja zeker, zo prachtig! 🙂
Wat een uitzichten tijdens deze trip. Mooi!!
Ja zo mooi, echt genoten!
Wederom, prachtige foto’s! Ik geniet ervan 😀
X
Dankjewel lieverd! xx